vrijdag 14 januari 2011

Marie-José Croes sloeg op de vlucht tijdens WO II


"Met wat geluk konden we ons wassen met een emmer putwater"

Nadat haar vader door het leger werd opgeroepen, sloeg Marie-José Croes met haar moeder op de vlucht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook in haar woonplaats Leest bleef het allesbehalve rustig. “Er viel een bom op een huis in de Juniorslaan, de hele familie was op slag dood.”

Acht jaar was Marie-José toen Duitse soldaten het land binnenvielen. Als klein meisje maak je oorlog op een aparte manier mee. “Ik hoorde de eerste berichtgeving op de radio, maar ik kon er mij niet meteen iets bij voorstellen. Ik was mij niet bewust van wat er allemaal ging gebeuren, maar er hing wel een heel onaangename sfeer in de lucht”, herinnert ze zich.

De ouders van Marie-José hadden thuis een beenhouwerij. Die deed toen ook dienst als ontmoetingsplaats waar iedereen samenkwam om te vertellen wat er in het dorp zoal gebeurde. “Op een dag vertelde een klant dat er een bom was gevallen op een rijhuis in de Juniorslaan. Het huis was volledig verwoest en het gezin dat er woonde was op slag dood. Toen ontstond er toch wel een angstgevoel onder de Leestenaren en het was duidelijk dat de oorlog echt begonnen was.”

Het gezin Croes kreeg het pas echt benauwd toen vader Lodewijk door het Belgische leger werd opgeroepen. “Hij moest zich melden bij de kazerne van Mechelen. Een tijdje later kregen we thuis het bericht dat hij met zijn compagnie naar de frontlinie moest.”

Voor moeder Alphonsine was het de druppel die de emmer deed overlopen. Marie-José sloeg met haar moeder op de vlucht, samen met tante Meen en nonkel Sus. “We verzamelden een hoop spullen, smeten die op een stootkar, en vertrokken te voet richting de kust. Het plan was om met de boot het kanaal over te varen om zo Engeland te bereiken. Als ik nu aan die tijd terug denk besef ik hoe wanhopig we wel waren.” Het beloofde alleszins een lange tocht te worden. Onderweg konden ze gelukkig enkele keren rekenen op de hulp van vriendelijke boeren. “We belden aan bij een boerderij en kregen er een slaapplek en een kom soep. Als het echt meezat mochten we ons wassen met behulp van een emmer putwater.”

Halverwege de tocht liep het bijna mis. “We passeerden door Gent en plots was er een bombardement. De ravage was echt onbeschrijfelijk. Verschillende huizen waren kapot, honderden mensen liepen in paniek op straat en een ziekenhuis was totaal verwoest. We moesten ons dus dringend uit de voeten maken. Zo kwamen we bij familie van ons terecht in Tielt, een dorpje op 40 kilometer ten westen van Gent. Maar door al de bombardementen was het te gevaarlijk om nog verder richting kust te trekken. Daarom besloot mijn moeder om een tijdje bij onze familie te logeren. Samen met nog verschillende andere vluchtelingen kregen we eten in een plaatselijke school. Na een paar dagen werd het duidelijk dat ons vluchtplan richting Engeland niet ging lukken en besloten we om terug naar huis te keren. We leerden een vriendelijk koppel van Antwerpen kennen. Met hun camionette konden we mee richting Mechelen rijden.”

“Toen we terug thuis kwamen waren we een beetje verbaasd. Belgische soldaten hadden namelijk onze beenhouwerij open gehouden terwijl we weg waren. Ons achtergelaten vlees hadden ze verkocht aan de dorpsgenoten en het geld hadden ze voor ons bewaard. Het was ook in die periode dat mijn vader terug naar huis keerde. Hij was licht gewond geraakt en zijn dienstplicht zat er dus op.”
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het de gewoonte om kerkklokken om te smelten. Het brons was namelijk veel geld waard. Het meisje links op de foto is Marie-José Croes.


Maar toen brak er een minder leuke periode aan: de rantsoenering. Mensen kregen zegeltjes om eten mee te kopen, die moest je afhalen op het gemeentehuis. “Ik weet nog goed dat je met nummer tien vlees kon halen bij ons. En wij konden met de bakker vlees tegen brood ruilen. De lokale middenstand werkte dus met geld, zegeltjes en met ruilwaren.”

“Toen ik elf jaar was deed ik mijn plechtige communie. Ter gelegenheid van het feest werd er een cake gebakken. Cake, een woord dat we leerden kennen door de Engelse soldaten. Ik weet nog goed dat ze talrijk aanwezig waren in Leest. Engels was toen zelfs een tijdje mijn tweede taal.”

maandag 3 januari 2011

Mechelse straathoekwerkers op straat gezet


Wegens werkzaamheden in de gebouwen van H30, het Mechelse kunstencentrum, werden de plaatselijke straathoekwerkers eind vorige week even op straat gezet. Gelukkig vonden ze onderdak in een rijhuis in de Zelestraat. Dit zal dan ook de nieuwe uitvalsbasis worden voor de Mechelse straathoekwerking.

In Mechelen zaten de straathoekwerkers even zonder dak boven hun hoofd. Samen met de cultuurdienst deelden ze een gebouw in de Hanswijkstraat 30, dat op 8 oktober ontruimd is wegens werkzaamheden. De verbouwingen zullen ongeveer een jaar duren. Spijtig genoeg is er na de verbouwingen geen plaats meer voor de straathoekwerking. 'H30 was als een garage voor twee wagens: één van de cultuurdienst en één van de straathoekwerkers. Nu moeten wij noodgedwongen onze wagen ergens anders parkeren', aldus Vincent Detaeye, Mechelse straathoekwerker in de wijk Nekkerspoel. Gelukkig is er een tijdelijke nieuwe locatie gevonden in een rijhuis dat leegstond in de Zelestraat. Het pand is eigendom van de stad en stond al een tijdje te koop. Deze nieuwe uitvalsbasis werd uitgekozen door het schepencollege, onder invloed van SP.A'er Ali Salmi.

Het pand biedt wel enkelen voordelen. Zo bevindt het zich vlakbij de wijken Nekkerspoel en Oud Oefenplein, waar twee straathoekwerkers actief zijn. Het feit dat de kantoren zich in een doorsnee rijhuis bevinden, zorgt voor een goede laagdrempeligheid. Dat sluit mooi aan bij de doelstellingen van de straathoekwerkers. Spijtig genoeg is er voorlopig geen toegang tot internet, wat het werk wel wat bemoeilijkt. Zo moeten de e-mails voorlopig in het internetcafé gecheckt worden.

Tegen februari 2011 zouden de straathoekwerkers volledig geïnstalleerd moeten zijn. Een housewarming zou er dan voor moeten zorgen dat iedereen z'n weg kan vinden naar het gebouw. De straathoekwerking is ook van plan om hun nieuwe locatie een opknapbeurt te geven. Hiervoor zouden ze plaatselijke graffiti-artiesten willen uitnodigen om hun ding te komen doen.  


zondag 13 juni 2010


Terwijl sommige mensen de dag plukken, pluk ik liever de nacht. Al van jongs af aan wou ik altijd  later opblijven dan toegelaten was. Ik weet niet wat me dreef, maar de nacht heeft een bepaalde aantrekkingskracht, iets mysterieus. Ook tijdens de puberteit had ik last van die drijfveer om de nacht in te duiken. Terwijl mijn leeftijdgenoten veilig in hun bedje lagen, trok ik er 's nachts op uit. Aangezien mijn slaapkamer op het gelijkvloers was, was het niet bepaald een sinecure om via mijn raam weg te sluipen. Het was een soort van nachtelijk escapisme, want zelfs zonder bepaald doel voor ogen dwaalde ik door de verlaten straten. Toen ik wat later interesse begon te kweken voor het dj'en, was het hek helemaal van de dam. Een dj leeft vooral 's nachts, en toen ik naar Gent verhuisde ging er een hele nieuwe wereld voor me open. In vergelijking met het rustige Mechelen, viel er in Gent 's nachts altijd wel iets te beleven. Ik ontmoette er verschillende lotgenoten die net als ik waren gevlucht uit hun oorspronkelijke habitat. We voelden allemaal een gezamenlijke drang naar nachtelijke escapades, en die waren er met hopen. Toen ik een paar jaar later terug naar Mechelen verhuisde, zette ik de trend gewoon verder. In de tussentijd was er toch wel wat veranderd in mijn geboortestad, dat ooit nog het “Chicago aan de Dijle” werd genoemd. Mechelen bruist! En daar zorgen vooral de Mechelaars zelf voor. Als ik Frank Sinatra mag geloven is New York een "city that never sleeps" maar ik kan je vertellen dat België ook een paar plaatsen heeft waar "rock around the clock" als een ware levensfilosofie geldt. "All the animals come out at night", zegt Robert De Niro in Taxi Driver. Wel, ik heb er in mijn leven al veel gezien, en ben er ondertussen misschien zelf wel één.

35e editie Dijlefeesten

Op woensdag 23 juni gaan in Mechelen de Dijlefeesten opnieuw van start. Het stadsfestival is inmiddels al aan z’n 35e editie toe en loopt dit jaar tot zondag 27 juni. Net als Maanrock is ook dit festival volledig gratis. Naar jaarlijkse gewoonte mogen bezoekers zich verwachten aan een unieke mix van muziek, theater, literatuur, beeldende kunst en film voor jong en oud. Dit zal zich allemaal afspelen op en rond de Vismarkt, in het hartje van de Dijlestad. Sommige voorstellingen vinden plaats op andere locaties maar de meeste optredens gaan door op het podium van het drijvende ponton tussen de Vismarkt en de Haverwerf. Hier kan je op donderdag 24 juni om 20.30 uur Eat Lions aan het werk zien, ondertussen al de zevende band van creatieve duizendpoot Tim Vanhamel. Om 22 uur kan je er nog een andere band van eigen bodem aan het werk zien. Customs is zonder twijfel dé Belgische band van het moment. In 2008 noemde StuBru hen nog een groep om in de gaten te houden, een jaar later was de doorbraak een feit. Ze stonden zowel op nummer één in de Afrekening als op een zesde plaats in de Ultratop. Op vrijdag 25 juni om 20 uur is het de beurt aan Willow om het Mechels publiek op te warmen. Deze band, met Vlaams-Brabantse roots, stond vorig jaar nog in de finale van de Maanrockrally en eindigde op de eerste plaats in het Brabantse popconcours Rockvonk. Om 21.45 uur is het dan aan 65daysofstatic om de Vismarkt plat te spelen. Deze heren uit Sheffield brengen instrumentale postrock met een elektronische toets. Ze weten als geen ander een combinatie te brengen van ronkende breakbeats met prachtige pianopartijen, nerveuze drums en vernietigende noiseriffs. Ook aan de allerkleinste Mechelaars werd gedacht. Het Cultuurcentrum biedt een rijk gevuld familieprogramma op zaterdag 26 juni met muziek, theater en talrijke workshops. Vanaf 13 uur kan men op de Vismarkt terecht voor Kammelot, een spannend riddersverhaal met hemelse gezangen van jonkvrouw Guinevère. Om 14.45 uur geeft De Band Krijgt Kinderen een echt familieconcert met een spetterende mix van bekende kinderliedjes en eigen werk. Later die dag, om 19 uur, geven Agents in Panama het beste van zichzelf. Ze brengen instrumentale, psychedelische postrock. Om 22 uur komt er bezoek van over de taalgrens. MLCD, beter bekend als My Little Cheap Dictaphone, komen hun wildste muzikale fantasieën loslaten op het Mechelse volk. Deze vier multi-instrumentalisten uit Luik roepen de hulp in van regisseurs Eve Martin en Nico Bueno en scenograaf Catherine Cosme. Hun samenwerking resulteert in een stevig concert met een indrukwekkend vintage decor. Dé headliner op zaterdag is ongetwijfeld The Herbaliser Band. Om 23.45 uur sluiten ze een rijkgevulde dag af met een combinatie van funky grooves en underground beats waar niemand op kan stilstaan. Dit jaar gaat er ook veel aandacht uit naar beeldende kunsten. Zo kan je tijdens de Dijlefeesten het Kunstpad volgen, een kunstparcours langs verschillende tentoonstellingen van o.a. Nadia Naveau, Jan Kempenaers, Natalie Wynants en Greet Van Autgaerden. Al deze locaties zijn ’s avonds open van 19 uur tot 22 uur, van woensdag tot zondag.

Plug In Festival Mechelen

Op de Vismarkt in Mechelen vindt op woensdag 12 mei vanaf 16 uur voor de eerste keer het Plug In Festival plaats. Deze muzikale dag, die volledig gratis bij te wonen is, schenkt speciaal aandacht aan de gevaren van gehoorschade die jongeren kunnen oplopen tijdens het uitgaan. Een langdurige blootstelling aan hoge geluidsniveaus, die dikwijls gehanteerd worden op fuiven en festivals, is niet ongevaarlijk en kan zelfs blijvende schade berokkenen aan het gehoor.
Toon Wagemans, laatstejaarsstudent Communicatiemanagement aan de Katholieke Hogeschool van Mechelen (KHM), is één van de organisatoren. Samen met drie medestudenten, Stefan De Swert, Samira Zeghari en Eline Gregoir, is hij druk in de weer om alles op tijd klaar te krijgen. Toon werd zelf geconronteerd met gehoorproblemenen. “Ik heb enkele jaren in discotheken en op festivals gewerkt als video-jockey zonder voldoende bescherming te dragen voor m'n oren. Zo zijn mijn oren vrij gevoelig geworden voor geluid. Ik had één avond m'n oordoppen thuis gelaten en ben alsnog naar een feestje gegaan, een tijdje later ondervond ik wat problemen.
Dat uit zich vooral in de gekende pieptoon. Maar als er bijvoorbeeld wat omgevingsgeluid is, zoals op café, moet ik beroep doen op m'n oordoppen. Ik kan écht niet meer tegen lawaai. Geluiden die iedereen normaal gezien kunnen verdragen doen bij mij pijn aan m'n oren”, aldus Toon Wagemans.

Line-up

Om 16 uur mogen Skrats & Tiktaalik de aftrap geven voor een thuispubliek. Vervolgens is er om 17 uur een live show van de Mechelse rapper Baz. Daarna volgen er nog optredens van o.a. Raudio & Axl, Pardon My French en Sam Ostyn, bekend van Studio Brussel. Later op de avond, om 22 uur, komt niemand minder dan Maurice Engelen, bekend van o.a. Praga Khan en X Factor, het festival afsluiten met een dj-set. Tijdens het festival zal het geluidsniveau bewust niet boven de 95 à 100 decibel gaan. De organisatoren zullen ook gratis oordopjes uitdelen en mensen aansporen zich op maat gemaakte exemplaren aan te schaffen.



Mechelaar Tom Kestens werkt mee aan luisterboek met slaapliedjes

Tom Kestens, bekend van ondermeer Lalalover, is één van de twaalf artiesten die meewerkt aan een luisterboek met slaapliedjes. Hij heeft een Spaans slaapliedje bewerkt en laten inzingen door Sarah Bettens, waarmee hij in 2008 een theatertournee deed. Het hele project werd eigenlijk opgestart door Bas Bogaerts en Eva Schampaert, die percussie speelt in de band van Kestens. Op slechts vijf maanden tijd heeft het duo vijftien mediterrane landen doorkruisd. Het doel dat ze voor ogen hadden: slaapliedjes verzamelen. De ex-archeoloog en de muzikante zijn erin geslaagd om in al deze landen de verschillende slaapliedjes te registreren, met beeld en geluid. Ze zijn bijna drie jaar geleden op eigen houtje aan het project begonnen. Steun zochten ze bij Theater Campo. Pas toen ze terug waren van hun rondreis hebben ze subsidies gekregen, 30.000 euro, voor de afwerking van het luisterboek en een reizende tentoonstelling. Na hun lange reis gingen Bogaerts en Schampaert trouwens op ontdekkingstocht door Vlaanderen, op zoek naar overeenkomsten tussen de Mediterraanse en Vlaamse slaapliedjes. Dat viel spijtig genoeg tegen. De meeste mensen raakten niet verder dan Slaap kindje slaap. Wat voor ons een overbekend slaapliedje is, is in feite een liedje dat ze elders amper kennen. (foto:Pieter Baert)

maandag 24 mei 2010